Het uitgangspunt voor ‘Zonnewende’ was de hulde aan Robert Hoozee, de in 2012 overleden directeur van het Museum voor Schone Kunsten Gent. De openingsdatum 21 juni was ook zijn verjaardag; op 21 juni 2014 zou hij met pensioen zijn gegaan. In de tentoonstelling blikte het MSK terug op de periode 1982-2012, drie decennia waarin het plaatselijke stadsmuseum een ware transformatie onderging.
De uitbouw van het huidige MSK
Robert Hoozee kwam in 1978 in dienst van de Stad Gent. Eerst was hij assistent van de toenmalige museumconservator Paul Eeckhout; in 1982 werd hij museumdirecteur. Stap voor stap, met de schaarse middelen die hij ter beschikking had, professionaliseerde hij de instelling. Bestaande museale functies zoals de bibliotheek en de museumdepots werden uitgebreid; nieuwe publieksfuncties – de educatieve werking, de promotionele omkadering, het documentatiecentrum, het museumarchief – werden in het leven geroepen. De ontwikkeling van het MSK kreeg echter vooral een gezicht in de vele tentoonstellingen die hij er maakte en de doordachte uitbreiding van de collectie met Belgische en internationale kunst die hij doorvoerde.
Een erfenis in kunst
Voor de huldetentoonstelling was in de vaste collectie een circuit uitgedacht waarin de topwerken centraal stonden die tijdens deze periode werden verworven, van François-Joseph Navez en Alfred Stevens, over James Ensor, Fernand Khnopff en George Minne, tot Oskar Kokoschka, Erich Heckel en Georges Vantongerloo. Centraal, in de kern van het museum, kwam zijn aandacht voor de uitbouw van het prentenkabinet aan bod, met zelden of zelfs nooit voorheen getoonde tekeningen, aquarellen, pastels en prenten van onder meer James Ensor, Odilon Redon, Félicien Rops, Léon Spilliaert, e.a.
Deze tentoonstelling werd georganiseerd naar aanleiding van het verschijnen van een rijk geïllustreerd huldeboek.