Ga naar inhoud (Enter)

Theodoor Rombouts

Virtuoos van het Vlaamse caravaggisme

Tentoonstelling
21.01 – 23.04.23

Theodoor Rombouts, 'De luitspeler', ca.1625-30, The John G. Johnson Collection, Philadelphia Museum of Art, cat. 679

Ter gelegenheid van 225 jaar MSK organiseert het museum de eerste monografische tentoonstelling ooit over Theodoor Rombouts (1597-1637), virtuoos van het Vlaamse caravaggisme. Rombouts was een gevestigde waarde in het Antwerpse kunstenaarsmilieu. Maar hoezeer zijn schilderkunst ook gewaardeerd werd tijdens zijn korte leven, na zijn dood werd zijn artistieke nalatenschap snel naar de vergetelheid verwezen. De tentoonstelling ontsluiert Rombouts’ artistieke persoonlijkheid en plaatst zijn werk in een nieuw perspectief.

Na zijn opleiding bij Abraham Janssen (ca. 1573-1632) migreert de jonge Antwerpenaar aan het begin van de 17de eeuw naar Italië, waar hij geïnspireerd wordt door de revolutionaire schilder Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610) en diens belangrijkste navolger Bartolomeo Manfredi (1582-1622). Terug in Antwerpen ontwikkelt Rombouts een geheel eigen artistieke identiteit. Hij weet invloeden uit Noord en Zuid subliem te versmelten, en groeit uit tot een gevestigde waarde in het Antwerpse kunstenaarsmilieu.

Vanuit zijn atelier op de Meir speelt hij vernuftig in op de wensen  van het publiek, en ontwikkelt hij zich tot specialist van het Vlaamse caravaggistische genrestuk. De impact van de schilderstijl van Peter Paul Rubens (1577-1640) op de kopersmarkt zorgt dan weer voor de aanwezigheid van Rubensiaanse toetsen in zijn schilderijen.  Rombouts’ carrière eindigt echter abrupt wanneer hij in 1637 sterft, amper veertig jaar oud.

In Rombouts' gevarieerde oeuvre springen vooral monumentale, levendige en soms moraliserende genrevoorstellingen met elegante gezelschappen en muzikanten in het oog. De taferelen schildert hij volgens de Manfrediani-methode, genoemd naar Bartolomeo Manfredi (1587 - ca. 1620/1621) die voortborduurt op de schilderstijl van zijn grote voorbeeld Caravaggio. Ze vallen op door het zuiderse spel van licht en donker (chiaroscuro), zijn gekenmerkt door naturalisme en een grote zin voor dramatiek met close-ups en half in beeld gebrachte figuren.

Rombouts versmelt hiermee zijn persoonlijke kleurenpalet met paarse, rode en blauwe tinten. Als zoon van een kleermaker heeft hij een bijzonder oog voor textiel, dat hij bijna tastbaar in beeld brengt. Ook muziekinstrumenten zet hij op een virtuoze wijze neer. In zijn doordachte, haast toneelmatige composities laat hij volkse figuren zien die bijna verheven worden door hun elegante uitstraling en verfijnde kostuums. Rombouts werkt graag met eigen modellen: typefiguren die hij keer op keer laat terugkomen op zijn schilderijen. Hij figureert soms ook zelf op zijn doeken, of laat zijn vrouw en dochter mee aan tafel zitten.

Als geen ander weet hij zijn geraffineerde, toegankelijke volkse voorstellingen met muzikanten en vrolijke gezelschappen neer te zetten, maar ook monumentale, religieuze scènes en allegorieën met verborgen politieke boodschappen behoren tot zijn oeuvre. Als Vlaamse caravaggist verenigt hij in al zijn werken invloeden uit de noordelijke en zuidelijke tradities. Hoewel deze stijl een trend van korte duur bleek te zijn, is de impact van Rombouts op het bredere genrelandschap in de Spaanse Nederlanden niet te onderschatten.

Voor deze tentoonstelling en de bijhorende catalogus – in beide gevallen de eerste maal dat Theodoor Rombouts helemaal centraal gesteld wordt – voerde het MSK een grote zoektocht naar Rombouts’ kernoeuvre. Werk uit privécollecties, kerken en musea in Europa en de Verenigde Staten wordt overgebracht naar Gent, en verschillende schilderijen worden speciaal voor de gelegenheid gerestaureerd met de steun van het museum.

Het resultaat is een verrassend, nieuw totaalbeeld op de kunstenaar als Vlaamse caravaggist. De bezoeker zal voor het eerst kunnen kennismaken met het kernoeuvre van de schilder, in dialoog met werken van belangrijke tijdgenoten zoals Bartolomeo Manfredi, Valentin de Boulogne (1591-1632) en Hendrick ter Brugghen (1588-1629). Via een thematische opstelling focust de tentoonstelling op alle diverse aspecten van Rombouts’ schilderkunst. Zo brengt ze ons dichter bij de man achter het oeuvre: een intelligente kunstenaar die zich graag liet betoveren door het talent van zijn collega’s maar daarbij een heel herkenbare eigen artistieke identiteit ontwikkelde, zowel voor zijn toenmalige cliënteel, als voor ons, vandaag.

Het MSK heeft een bijzondere band met de Antwerpse schilder. In 1860 is de 'Allegorie van de vijf zintuigen' (1632) het eerste kunstwerk van de hand van een oude meester dat aangekocht wordt door het museum. Inmiddels is het schilderij uitgegroeid tot een echte publiekslieveling. Het MSK heeft nog twee andere belangrijke werken door Rombouts in collectie: de 'Allegorie van het Schepengerecht van Gedele' (1627-28), Rombouts' grootste doek, en 'Bij de tandentrekker' (ca. 1628), een typische carravageske waarschuwing tegen oplichters. Dat laatste wordt speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd.