Het MSK wijdt dit najaar een tentoonstelling aan de Duitse kunstenaar Erich Heckel (1883-1970). Heckel was een van de hoofdfiguren van het Duits expressionisme en medestichter van de kunstenaarsvereniging Brücke. Hij werkte tijdens de Eerste Wereldoorlog als verpleger voor het Rode Kruis in Roeselare, Oostende en Gent. Zijn fascinatie voor de Vlaamse landschappen en steden krijgt vorm in sprekende kunstwerken: romantisch en expressief, spiritueel en tastbaar, en vooral hoopgevend. Met deze monografische tentoonstelling belicht het MSK een minder gekende, maar bijzonder boeiende periode van deze toonaangevende kunstenaar.
Vanaf het einde van de 19e eeuw verzetten jonge kunstenaars in Duitsland zich tegen het vluchtige karakter van het impressionisme. In Dresden ontstaat in 1905 de kunstenaarsvereniging Brücke. De 22-jarige Erich Heckel is een van de medestichters. Deze vereniging van autodidactische kunstenaars koestert de ambitie om in een gemeenschappelijke stijl van felle kleuren en hoekige vormen uitdrukking te geven aan een sterke levensvreugde. Deze stijl wordt expressionisme genoemd: de kunstenaar probeert door vorm en kleur het innerlijke gevoelsleven weer te geven in plaats van de objectieve werkelijkheid.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is Heckel een jonge dertiger. Desondanks geniet hij in Duitsland al een stevige reputatie. Tijdens de oorlog leert hij Vlaanderen kennen. Als verpleger voor het Rode Kruis reist hij naar Gent, Roeselare en Oostende. Op de hospitaaltrein, samengesteld door Walter Kaesbach, een conservator van de Berlijnse Nationalgalerie, bevinden zich nog meer schilders en schrijvers. Hierdoor groeit het noodhospitaal in het station van Oostende uit tot een ware kunstenaarskolonie. Heckel leert er James Ensor kennen en ontwikkelt een bijzondere vriendschap met zijn medeverpleger, de jonge dichter Ernst Morwitz, wiens literaire wereld een belangrijke invloed heeft op zijn plastisch werk.
Tijdens de oorlog gaan Heckels artistieke werkzaamheden gewoon door. Omdat schildermateriaal moeilijk te krijgen is, redt hij zich met wat er voorhanden is: grof geweven linnen en verdunde tempera. Voor zijn houtgravures gebruikt hij mahoniehout dat uit de lambrisering van de wachtzaal van het station gerecupereerd werd. Tijdens zijn verlof in Duitsland werkt Heckel verder, legt hij contacten met verzamelaars en maakt hij plannen voor tentoonstellingen.
Tussen hun wisselende verplichtingen door, hebben de leden van de kunstenaarskolonie voldoende tijd om zich aan hun kunst te wijden. Naast een aantal schilderijen zijn ook heel wat gouaches, aquarellen, tekeningen en grafisch werk bewaard: zichten op Roeselare, Oostende en Gent, soms met pittoreske figuren en baders, maar ook stillevens, landschappen en zeezichten. Ondanks de historische context reikt Heckels verblijf in Vlaanderen ook verder dan de Eerste Wereldoorlog. Heckel is geen ‘oorlogskunstenaar’, maar een verpleger die hoofdzakelijk achter de frontlinie werkt. Als tekenaar maakt hij talrijke schetsen van de plaatsen die hij bezoekt en mensen die hij observeert. Als schilder is hij vooral onder de indruk van het Vlaamse landschap en de Noordzee, met hun bijzondere wolkenformaties waar het licht steeds probeert door te breken; motieven die hem zowel vreemd als bekend voorkomen. De Vlaamse landschappen herinneren aan de beginperiode van die Brücke, waarbij Heckel er met zijn vrienden Ernst Ludwig Kirchner en Karl Schmidt-Rottluff op uit trok om in de openlucht te gaan schilderen.
Het MSK bezit een klein maar fijn ensemble Duits expressionisme, waaronder een zicht op Brugge van Heckel uit 1917. Met deze monografische tentoonstelling, die steunt op waardevolle bruiklenen uit Duitse collecties, belicht het MSK een minder gekende, maar een bijzonder boeiende periode binnen het oeuvre van deze toonaangevende kunstenaar. Begeesterd door het Vlaamse landschap en geïnspireerd door de artistieke en de literaire belangstelling van zijn korpsgenoten wist hij zijn bijzondere ervaring van de Eerste Wereldoorlog een persoonlijke uitdrukking te geven. Zijn typisch Vlaamse landschappen zijn romantisch en expressief, spiritueel en tastbaar, nostalgisch en in deze moeilijke tijden vooral hoopgevend.