Welke rol speelden vrouwelijke kunstenaars in Italië tussen de late renaissance en de barok? Welk pad bewandelden deze kunstenaressen in een wereld geregeerd door mannen? Deze vragen onderzoekt het MSK in haar najaarstentoonstelling. Aan de hand van een 50-tal topwerken brengt het museum de cruciale rol van de vrouw in de Italiaanse schilderkunst van 1550 tot 1680 aan het licht. Spilfiguur is Artemisia Gentileschi (1593-1652), zonder twijfel dé bekendste schilderes uit de Italiaanse 17de eeuw. Het MSK linkt haar werk aan haar tijdgenotes en neemt de bezoeker mee naar een bijzonder keerpunt voor de vrouw in de kunstgeschiedenis.
Vrouwelijke kunstenaars in de 16de en 17de eeuw
Vrouwelijke kunstenaars in het Venetië, Rome, Napels en Bologna van de 16de en 17de eeuw delen een onmiskenbare verwantschap, die binnen de esthetiek van de barok een bijzondere plaats inneemt. Deze vrouwen hadden van schilderen hun beroep hadden gemaakt, en daardoor alleen al staken ze de gevestigde meesters en hun ateliers naar de kroon.
Ze waren dochters, zussen, echtgenotes van bekende kunstenaars maar ook kloosterzusters en hun werken vertonen een conceptuele en vormelijke continuïteit binnen de diversiteit van de toen gangbare stijlen. Met gedurfde ingrepen en knappe expressieve vondsten omzeilden ze – subtiel als het moest, doortastend als het kon – de heersende regels en gebruiken opgelegd door de Contrareformatie, de hervormingsbeweging binnen de Katholieke Kerk.
Artemisia: de strijd voor autoriteit
In de archiefdocumenten en de bestaande literatuur treedt vooral de figuur van Artemisia Gentileschi (1593-1652) op de voorgrond. Net als haar vader Orazio Gentileschi werd Artemisia sterk gevormd door Caravaggio's dramatische realisme. Met haar werk wedijverde ze rechtstreeks met haar mannelijke tegenhangers en ze behaalde hiermee ook overduidelijke successen.
Artemisia ontsteeg gradueel haar maatschappelijke positie en symboliseert daarmee nog steeds de strijd tegen de artistieke autoriteit: aanvankelijk tegen de autoriteit van haar vader, maar nog indringender tegen de algemene vrijheidsbeperking die vrouwen ten deel viel.
Een nieuwe interpretatie van de voorvechtster van vrouwelijke schilderkunst
Om haar werk beter te kunnen begrijpen, moeten we ons hoeden voor de overinterpretatie van bepaalde gebeurtenissen uit Artemisia’s leven, zoals haar verkrachting als jonge vrouw. In het verleden werd haar uitzonderlijke artistieke positie soms te makkelijk in verband gebracht met deze verhalen. Met de tentoonstelling zal het MSK dit beeld uitbreiden naar de omstandigheden waarin ook andere kunstenaressen uit de late renaissance en de barok leefden en werkten. Want Artemisia was lang niet de enige voorvechtster van een ‘vrouwelijke schilderkunst’.
De vrouwen aan zet
Sofonisba Anguissola (1532-1625), Lavinia Fontana (1552-1614), Fede Galizia (1578-1630), Orsola Maddalena Caccia (1596-1676), Giovanna Garzoni (1600-1670), Virginia da Vezzo (1601-1638) en Elisabetta Sirani (1638-1665): al deze vrouwen moesten volgens de gangbare regels vrede nemen met het schilderen van portretten en symbolische vruchten- en bloemstukken. Maar ze zetten deze beperking geheel naar hun eigen hand.
De alomtegenwoordige portretten en zelfportretten, die schuilgaan achter hun allegorische, mythologische en religieuze figuren, worden gekenmerkt door een fenomenale naturalistische présence. Datzelfde naturalisme is terug te vinden in hun arrangementen van bloemen en fruit.
De kunstenaressen gebruikten de hen opgelegde thema’s als krachtige instrumenten. Ze vormen traditionele symbolen van vergankelijkheid en vruchtbaarheid om tot sterke kunstwerken en zelfs tot instrumenten van transgressie en verzet. Ze vertonen een opmerkelijke vrijheid tegenover de strikte regels van de genres en wagen zich gaandeweg ook aan kunstwerken op monumentaal formaat.
‘De dames van de barok’ toont hoe de vrouwelijke kunstenaars in het Italië van de 16de en 17de eeuw inventief omgingen met de restricties van hun tijd. De tentoonstelling neemt de bezoeker mee naar een bijzonder moment in de kunstgeschiedenis waarop de vrouwelijke kunstenaar een prominentere plaats begint in te nemen. De grote variatie die in Gent wordt samengebracht is bovendien zonder meer uitzonderlijk, met werken uit prestigieuze musea zoals de Galleria degli Uffizi (Firenze), Palazzo Barberini (Rome), de Gemäldegalerie (Berlijn) of de Galleria Borghese (Rome) en met vondsten uit belangrijke privéverzamelingen. Verschillende van deze werken zijn weinig of nooit publiek getoond. Op deze manier brengt de tentoonstelling de vaak verborgen wereld van deze vroege vrouwelijke kunstenaars met verve aan het licht.