Ga naar inhoud (Enter)

Studiedag voor Gentse museumgidsen: Navigeren door diversiteit

Groepsfoto Top studiedag
© Noé Lagaert

Sinds 2019 verenigen de publiekswerkers van de 10 Gentse musea (STAM, Huis van Alijn, Industriemuseum, SMAK, MSK, Design, GUM, Museum dr. Guislain, de Wereld & Tuin van Kina en Historische Huizen) zich in de TOP-werkgroep, een lerend netwerk, met als doel samen te werken en uit te wisselen over de thema’s Toegankelijkheid, Outreach en Participatie.

In 2020 maakte de TOP-werkgroep kennis met de Gelijke Kansen Methodiek. De dienst Lokaal Sociaal Beleid van Stad Gent startte samen met de musea een traject waarbij aan de slag werd gegaan met thema’s als armoede, diversiteit en gelijke kansen. Daaruit kwamen twee duidelijke actiepunten naar voren:

  1. Interne gedragenheid creëren binnen de Gentse musea om thema’s rond diversiteit en inclusie op tafel te leggen
  2. Werken aan een inclusieve gidsenwerking

Om tot inclusieve gidsenwerkingen te komen werd als eerste actie een grootschalige bevraging uitgestuurd naar alle Gentse museumgidsen om een zicht te krijgen op de huidige gidsenploegen. Hoe divers zijn deze gidsenploegen? Welke noden zijn er qua ondersteuning en opleiding op vlak van diversiteit en omgaan met steeds meer diverse groepen?

Zo werden de krachten gebundeld en organiseerden de Gentse musea op 7 februari 2024 een Studiedag voor gidsen in het MSK. Hun gidsenteams formuleerden namelijk eenzelfde vormingsnood: hoe omgaan met diversiteit?

Op het programma van deze TOP-dag stond daarom een keynotelezing over inclusie in musea, gevolgd door een boeiende reeks workshops met tips voor de (gidsen)praktijk. Hildegarde Van Genechten, adviseur participatie en educatie van FARO - het Vlaams Steunpunt voor cultureel erfgoed - zorgde voor een 'round-up' van de dag. Haar samenvatting kan je hier nalezen op de website van FARO.

De toekomst is inclusief

Elke stem vieren, dat was het uitgangspunt van keynotespreker Sana Sellami. Als strateeg en expert diversiteit en inclusie bracht ze in herinnering dat musea wereldwijd zich vanaf hun ontstaan voortdurend hebben aangepast aan een veranderende wereld. Daardoor hebben ze zich ook alsmaar inclusiever opgesteld, en zijn ze van geprivilegieerde curiositeitenkabinetten uitgegroeid tot musea die zich richten op een breed publiek en vandaag op vele manieren écht hun best doen om iedereen te verwelkomen. Maar toch zijn we er nog niet. Want nog lang niet iedereen ervaart een museum als een plek waar men thuis hoort of waar men zich thuis kan voelen.

Om hierin verandering te brengen, is het nodig dat we ons, als museummedewerkers en gidsen, veel meer bewust zijn van ons eigen referentiekader én dat niet langer als norm nemen. Mensen uit ons publiek hebben bovendien allemaal verschillende en meervoudige identiteiten. Daarom kan men niet zomaar op aannames en veronderstellingen terugvallen over het publiek dat men voor zich heeft. De oplossing is haast wonderbaarlijk simpel: ga in gesprek. Want zo kan je als gids ontdekken bij welke interesses of ideeën die leven bij het publiek of bij de bezoeker, je verder kan aanknopen. Luisteren en leren dus.

Verbindingen leggen met mensen

Barbara Struys (Gidsenhumus) gaf in haar namiddagsessie sleutels mee aan de aanwezige deelnemers om betekenisvol te gidsen. Want waarom zouden bezoekers met een gids op pad gaan? Hoe zorg je er als gids voor dat bezoekers connectie maken met het onderwerp waarover gegidst wordt? Hoe zet je de stap van feiten naar betekenis?

Om deze vragen te beantwoorden, grijpt Barbara terug naar de ideeën van Freeman Tilden, die in 1957 Interpreting Our Heritage publiceerde en sindsdien als de grondlegger van de praktijk van 'heritage interpretation' mag worden beschouwd. Het prikkelen van aandacht en nieuwsgierigheid is een eerste stap. Dat kan door bijvoorbeeld zintuiglijke ervaringen te bieden: mensen laten voelen, proeven, ruiken… Zo’n beleving stimuleert gerichte focus bij de bezoekers. Op zoek gaan naar universele of gemeenschappelijke waarden of thema’s in de aanpak, die (h)erkenning mogelijk maakt, is eveneens een essentiële stap. En ook hier in deze sessie belanden we zo opnieuw bij het belang van dialoog om de verbinding te maken met bezoekers.

Helder taalgebruik

Een groot deel van de bezoekers heeft een andere moeder- of thuistaal dan het Nederlands. Daarom hechten de Gentse musea ook veel belang aan helder taalgebruik in de musea. Lisa Van Else (Amal, het Gentse agentschap voor integratie en inburgering) gaf in een sessie nuttige tips.

Zeker ten opzichte van mensen die Nederlands als nieuwe taal leren, is het goed om een rustige en open houding aan te nemen, om verzorgd en rustig te spreken en hen niet te overladen met informatie. Gebruik korte, actieve zinnen en heldere woorden. Vooral veel vragen stellen is de boodschap, om zo te ontdekken of het duidelijk is wat de gids zegt én te begrijpen hoe de gesprekspartner in kwestie over iets denkt. Ondersteun wat je zegt ook met non-verbale communicatie zoals gebaren. Wie nog op zoek is naar meer taaladvies over toegankelijk schrijven en spreken, vindt verwijzingen en tips via deze website van de Vlaamse overheid en FARO's Erfgoedwijzer.

Genderinclusief gidsen

Expert Senne Misplon gaf veel informatie mee over genderdiversiteit vanuit eigen ervaring als transman. De sessie pleitte vooral voor het doorbreken van genderstereotype denkbeelden. Daartoe nodigde Senne de aanwezigen uit om na te denken op welke momenten tijdens de rondleiding iemand te maken heeft met gender. Er wordt bijvoorbeeld sowieso gestart met een aanspreking van mensen, van de groep. De gids kan net zo goed ‘dag iedereen’ zeggen in plaats van ‘dag dames en heren’.

Met taal geven we de wereld vorm; zo erkennen we het brede genderspectrum en komen we los van de binaire genderindeling. Ook door bijvoorbeeld de voornaamwoorden te vermelden bij de handtekening in een e-mail (zoals hij/hem, zij/haar, die/hen) kan je bijdragen aan de erkenning en vooral normalisering van het genderspectrum. Voor wie bang is om fouten te maken, heeft Senne één boodschap: het is niet erg om fouten te maken. Leer ervan en ga verder. Maar probeer wel zoveel mogelijk een bondgenoot te zijn, of het nu als gids is, vriend, familielid of collega.

Bewust worden van vooroordelen

“Ik? Ik ben helemaal niet bevooroordeeld!” Dat denken we haast allemaal. En toch. Toch hebben we allemaal onbewust vooroordelen. Onze hersenen werken nu eenmaal selectief om een overvloed aan prikkels te vermijden. Daar kunnen we niets aan veranderen. Wat we wel kunnen doen, is ons bewust worden van wat onbewust meespeelt. Ook ons referentiekader, dat vorm krijgt door opvoeding, opleiding en eerdere ervaringen heeft invloed op onze kijk op de wereld, onze mening en ons handelen.

Zaak is om ons bewust te worden van zowel het eigen referentiekader als (onbewuste) vooroordelen. Een goede illustratie van hoe verschillende referentiekaders zaken verschillend kunnen ervaren, is taal, of liever woordgebruik. Van sommige woorden is men er zich soms niet van bewust dat ze gevoelig kunnen liggen bij anderen. Sommige woorden worden door verschillende mensen anders gepercipieerd, precies omdat het referentiekader anders is.

FARO-collega’s Katrijn D’hamers en Elien Doesselaere trainden de deelnemers van deze sessie in die bewustwording van het eigen referentiekader en de eigen vooroordelen, aan de hand van verschillende oefeningen, die ook terug te vinden zijn via de Erfgoedwijzer. Katrijn en Elien pleiten voor cultuursensitieve en verbindende communicatie in musea, waarbij een open houding en respect voor ieders referentiekader centraal staan. Luisteren, empathie en flexibiliteit vormen daarbij cruciale competenties.

Blik op armoede en uitsluiting

Emma Rappé en enkele vrijwilligers van De Zuidpoort vzw gaven enkele verhelderende inzichten mee over armoede en uitsluiting. Aan de hand van stellingen en cases verplaatsten de deelnemers zich in personen die armoede of uitsluiting ervaren. Al snel werd duidelijk hoe een tegenslag (op het vlak van bijvoorbeeld inkomen) bij mensen een lawine aan negatieve gevolgen op andere domeinen kan teweeg brengen (gezondheid, huisvesting …).

Maar vooral hielden deze oefeningen ook een spiegel voor: hoe gaan we als samenleving om met mensen die in armoede leven? Men heeft vaak snel een oordeel klaar. Een belangrijk advies in deze sessie sluit nauw aan bij het thema van de voorgaande sessie: ga niet uit van evidenties in de eigen leefwereld. 

Wie ervoor openstaat om meer te weten over armoede, de alomtegenwoordigheid ervan, maar vooral ook benieuwd is naar oplossingen, verwijzen we graag naar We zijn er, een leerrijke podcast van De Zuidpoort over armoede.