Jean Delcour, Hamoir 1631 – Luik 1707
De barokbeeldhouwer Jean Delcour, ook wel de ‘Luikse Bernini’ genoemd, werd na zijn terugkeer uit Rome – tijdens de jaren 1660 hét centrum van de barokke beeldhouwkunst in Europa – snel de belangrijkste en meest veelzijdige beeldhouwer van het Prinsbisdom Luik. Hij kreeg tal van opdrachten voor de realisatie van onder meer oksalen, altaren en preekstoelen voor kerken en kloosters. Maar zijn reputatie reikte verder dan Luik.
De faam en het werkterrein van de beeldhouwer strekten zich uit over de hele Zuidelijke Nederlanden, met prestigieuze opdrachten voor onder meer het praalgraf van bisschop Eugenius Albertus d’Allamont in de Sint-Baafskathedraal van Gent (1667-1672) en het Hoogaltaar van de voormalige Abdijkerk in Herkenrode (1672-1694); thans in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Hasselt) als resultaat.
Het nieuwe Topstuk
Het Topstuk dat vandaag onthuld wordt, is een bozzetto (een model voor een sculptuur, gemaakt in was of – en in dit geval – in klei) van Jakobus de Mindere. Het is een voorstudie voor het gelijknamige beeld uit een reeks van zes monumentale heiligensculpturen die Jean Delcour realiseerde voor de Sint-Jacobskerk van Luik en die zich nog steeds in situ bevinden: Jakobus de Mindere – de patroonheilige van de kerk –, Jakobus de Meerdere, Sint-Benedictus, Sint-Hubertus, Sint-Hendrik en Sint-Nicolaas.
De bozzetto voor Jakobus de Mindere is representatief voor de voldragen beeldhouwkunst van Jean Delcour. Als voorontwerp onderscheidt de realisatie zich door een gedetailleerde afwerking en een uitzonderlijke hoogte. Ze is met veel pathos uitgewerkt, en getuigt van een virtuoos boetseren en een bevlogen barokke religieuze expressie en bewogenheid.
De nog bewaard gebleven bozzetto’s in België bevinden zich voornamelijk in Luikse musea – onder meer in het Grand Curtius; in Vlaanderen zijn geboetseerde voorontwerpen van de kunstenaar echter uiterst zeldzaam.