Voor het 20-jarig bestaan van Amenra maakten jullie foto’s in de museumzalen van het MSK. Zijn er specifieke werken hier die je aanspreken?
Het MSK is voor mij een haven van inspiratie. Het brengt een soort van artistieke rust over mij die me nietig doet voelen. Maar dan op een goede manier, alsof je een zandkorrel bent in een grote woestijn. Je voelt er een soort van erkenning, als een bezoek aan een ontastbare maar herkenbare wereld.
Het beeldhouwwerk De verloren zoon van Constantin Meunier zal voor mij altijd belangrijk zijn. Bekeken vanuit verschillende hoeken, vertelt het een ander verhaal. Dat vind ik enorm intrigerend, hoe de vormelijkheid van een sculptuur leven kan brengen in het werk. Je kan een sculptuur ook als het ware omarmen of aanraken. Toen we met Amenra in de Lambeaux-zaal speelden, kwamen er voor mij veel zaken samen. Vanop mijn stoel kon ik het beeld van Meunier zien staan in de deuropening. Daar, op dat moment, kwamen we even samen. We vertelden samen ons individueel verhaal.