Familie in de tuin, ca. 1919

Dit schilderij is een interessant document omdat het verwijst naar de thuiskomst van Gustave Van de Woestyne en zijn gezin na het verblijf in Wales en Engeland. We zien het echtpaar met tussen hen in David die in Wales was geboren. Links staan Maria, de oudste dochter, en Maxime. Tussen beide groepen lopen de tweelingzussen Elisabeth en Béatrice hand in hand. Het is niet zeker of het tafereel de werkelijkheid weerspiegelt van het 'Rozenhuis' in Waregem, waar de kunstenaar in de zomer van 1919 zijn intrek nam. Niettemin is het duidelijk dat rechts het 'Rozenhuis' bedoeld wordt, terwijl de Belgische vlag onderstreept dat de scène zich wel degelijk in het vaderland afspeelt. Het mag verwonderen dat Van de Woestyne na de ambitieuze werken die hij in Wales en Engeland heeft geschilderd een dergelijke naïef aandoende voorstelling maakt. Het werk doet denken aan de naïeve kunst van Henri Rousseau, die Van de Woestyne in een van zijn brieven als 'mijn vriend' vermeldt (Gustave Van de Woestyne aan Jacob de Graaff, 14 juni 1919). De frisse eenvoud van het werk schijnt het begin van een nieuwe levensfase in een onbekende paradijselijke omgeving te symboliseren. Voor de kunstenaar krijgen het gezin en het woonhuis in de eerste jaren na het gedwongen verblijf in den vreemde een bijzondere betekenis, daarvan getuigen verschillende werken. In die zin vormt dit werk een onvoltooide overgang naar een nieuwe fase in zijn kunst.