Studie van aapjes, een hert en andere dieren, ca. 1623

Jan II Brueghel (de Jonge) was de zoon van Jan I Brueghel (de Oude) en de kleinzoon van Pieter Brueghel. Nadat hij enkele jaren in Italië gewerkt had, keerde hij na het overlijden van zijn vader in 1625 naar Antwerpen terug, waar hij de familiale werkplaats overnam. Hij voltooide de onafgewerkte schilderijen van zijn vader en produceerde in het grote atelier met talrijke mede-werkers ook eigen werk in dezelfde stijl. Het kleine paneeltje, waarop verschillende dierstudies zijn afgebeeld - van een valk, twee aapjes, een fazant en een hert - is een van de weinige olieverfschetsen die van de kunstenaar zijn bewaard gebleven. Deze spontane, levensechte afbeeldingen van dieren vanuit meerdere gezichtspunten voorgesteld en in een verschillende staat van afwerking, werden in het atelier gebruikt als model voor meerdere schilderijen. Het hert en de fazant zijn duidelijk herkenbaar in Diana terugkerend van de jacht van Jan I Brueghel in de Alte Pinakothek van München. Hoewel de studie lang werd toegeschreven aan de zoon, wordt het vandaag beschouwd als een eigenhandig werk van de vader.